
2. Probleemstelling
Kinderen van raadsleden en medewerkers van het OCMW ? Sociaal Huis krijgen voorrang bij het toekenen van een vakantiejob in het Huis. Het is effectief zo dat maatschappelijk kwetsbare jongeren vaak veel moeite hebben om een studentenjob te vinden. Vele van hen kampen met generatiearmoede. Dit zijn mensen die van de eerste tot de laatste dag van hun leven, van wieg tot graf, in een gelijklopend circuit zitten omdat ze van de gewone samenleving zijn uitgesloten.
3. (Generatie)armoede in Oostende
Volgens de Kansarmoedeatlas West-Vlaanderen 2011 is één op de vier West-Vlamingen wonende in een kansarme buurt, in Oostende gedomicilieerd (25,8%). Voor Kortrijk is dit 13,2 procent, Brugge 11 procent en Roeselare 4 procent. Hetzelfde rapport stelt dat in West-Vlaanderen 9,44% van de bevolking in een kansarme buurt woont. Met 40,72 procent is Oostende echter de grote "uitschieter". Over kinderen weet de Kansarmoedeatlas ons te vertellen dat van alle West-Vlaamse leerlingen in het lager onderwijs 14,62 procent minstens één jaar schoolse vertraging heeft. Met 29,22 procent van alle leerlingen is Oostende weer één van de koplopers.
Daarom moet er een integrale, gecoördineerde armoedebestrijdingspolitiek komen in Oostende. Armoede wordt soms als het ware doorgegeven van vader op zoon, van de ene generatie op de andere. Daarom spreekt men van generatiearmoede. Het is een bevolkingsgroep die ook doorheen de geschiedenis geen aansluiting heeft kunnen maken met de algemene welvaartsstijging en nooit volwaardig heeft kunnen participeren. Zij slagen er niet in om te ontsnappen aan levenslange uitsluiting. Zij zitten in een uitzichtloze kringloop opgesloten
4. Gelijkheid van kansen bij toekening van vakantiejob bij het Sociaal huis
Het is hoogst onaanvaardbaar dat mijn tiener zonen voorrang krijgen over hun leeftijdgenoten bij het toekenen van een vakantiejob in het Sociaal Huis louter omdat hun papa toevalig raadslid is in het Huis en niet omdat zij de beste kandidaten zijn. Als ik mag kiezen, zou ik eerder opteren om een studentenjob toe te kenen op basis van nood. Met andere woorden, ik zou kiezen voor een systeem die voorrang geeft aan kinderen uit kansarme milieu? van kansengroepen bij het toekenen van studentenjob want juist die groep vindt het ontzettend moeilijk om een job te vinden door een samenloop van omstandigheden waaronder gebrek aan netwerk. In Zottegem besliste de gemeenteraad eerder dit jaar om jongeren uit kansarme gezinnen als jobstudent aan te werven.
5. Mijn vraag
Mag ik volgende vragen stellen aan de voorzitter:
- Bent u het eens met mij dat het onrechtvaardig is om voorrang te geven aan kinderen van raadsleden en personeel van het Huis bij het toekenen van studentenjob ten nadele van andere kinderen, temeer de kinderen van kansengroepen?
- Deelt u de mening dat dergelijke praktijken een lippendienst bewijzen aan het aanpakken van kansarmoede, meer bepaald generatiearmoede?
- Bent u bereid om de herziening van deze praktijk bespreekbaar te maken zodat alle sollicitanten voor studentenjob gelijke kansen krijgen ongeacht of papa of mama raadslid of personeel is in dit Huis?
6. Mijn voorstel
Als raadslid stel ik voor dat het Sociaal Huis - OCMW vanaf 2013 afzien van de huidige systeem van voorrang aan kinderen en verwanten van raadsleden en personeel. In zijn plaats stel ik voor om gelijke kansenbeleid te introduceren waarbij elk sollicitant voor studentenjob hetzelde kans krijgt. Ik besef heel goed dat een duurzaam beleid bedenktijd nodig heeft. Daarom vraag ik niet onmiddellijk voor een beslissing hierover maar dat wij als raadsleden bedenktijd nemen en dit punt terug op de agenda zetten ter verdere discussie en een beslissing in de raad van augustus 2012.
Collins NWEKE (Groen!)
raadslid
De kringloop van de armoede http://www.vormen.org/Rechtvaardig/Armoede.html
Volgens Samenlevingsopbouwwerk Vlaanderen werd de maatregel later door de gouverneur ongedaan gemaakt. Nochtans had het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding (CGKR) de beslissing op discriminatie onderzocht. "De antidiscriminatiewet heeft een aantal gronden waarop niet gediscrimineerd mag worden, en vermogen is een van die gronden", liet Jozef De Witte, de directeur van het CGKR optekenen. "De wet zegt wel dat discriminatie op grond van vermogen kan, als er een legitiem doel is en als de middelen passend en noodzakelijk zijn."
Reacties
Aanmelden via
Facebook Twitter